Edelmetalen vanuit een andere hoek bekeken
De
kip of het ei
Weet u nog? De bomen leken voor de edelmetalen tot voorjaar 2006
tot in de spreekwoordelijke hemel te groeien, totdat er daar flink
de klad in kwam. Nu kan ik een heel verhaal ophangen over de fundamentele
factoren die daaraan ten grondslag lagen, maar dat hebben al zoveel
mensen gedaan – vaak achteraf – en dat ga ik dus niet
doen. Ik bekijk de markten het liefst vanuit cyclusanalyse omdat
dat ik daarin een instrument heb gevonden waar het meest waarschijnlijke
toekomstige koerspatroon vaak al in vervat ligt. De fundamentele
factoren lijken zich vaak keurig daarnaar te schikken en vormen
dan eerder een bevestiging dan een oorzaak.
Beknopte
uitleg cyclusanalyse
Dynamische cyclusanalyse is één van de basiscomponenten
van de methode waar ik mee werk. Het is ontstaan uit onderzoek naar
meer dan drie eeuwen aandelenbeursgeschiedenis waaruit bleek dat
die niet zo maar lukraak bewegen, maar in steeds weerkerende cycli
en patronen. De link was daarna gauw gelegd: want andere beurzen
zoals goud en zilver kennen ook hun eigen cycli en golvenpatroon.
Vergelijk het met eb en vloed, iedere markt is een zee met zijn
eigen getijdenschema…
Een cyclus of golf meten we van dal tot dal en zijn op minstens
80% van de gevallen toepasbaar, mits we ze een mate van afwijking,
een zgn. “orb” van 1/6 deel van de mediane lengte toekennen.
(Mediaan = middelste van de naar grootte gerangschikte waarnemingen.)
Een primaire cyclus in goud bijvoorbeeld van mediaan 18 weken kan
dus 15, maar ook 21 weken duren. Alle cycli bestaan weer uit kleinere
subcycli ofwel fasen, en maken zelf ook deel uit van langere cycli.
|
Goud
en zilver op deze manier bekeken
Goud heeft vermoedelijk een langetermijncyclus van 25 jaar:
augustus 1976 begon er eentje met een dal op 99,00 en 25 jaar
later, in 2000 en 2001, volgde er een dubbele bodem van 250-260.
Wanneer dit juist is, dan zijn we in 2007 pas in jaar 6 –
8 van deze relatief jonge 25-jaars cyclus. Een cyclus is in
zijn jonge jaren (beginstadia) altijd bullish. Goud heeft daarom
dus alles in zich om de komende jaren nog flink omhoog te willen.
De meest bearish eigenschappen komen in welke cyclus dan ook
pas aan het einde van de periode: als de beurs zijn hoogste
koers van die cyclus gezet heeft zit er niets anders meer op
dan een gezonde correctie. |
Zo’n
correctie bedraagt veelal 38 tot 62 procent van de stijging van
de gehele looptijd. Vandaar dat de dalingen aan het einde van marktcycli
het steilst zijn of een lange tijd in beslag nemen. Het is een ontegenzeggelijk
een immens voordeel om minstens van het bestaan van deze cycli op
de hoogte te zijn. Vaak zie je juist vóór de top in
zicht komt (en de daling begint) nog veel privé-beleggers
instappen, aangetrokken door de op volle toeren draaiende commercietrein
rond die ene markt. Wanneer iedereen enthousiast is over een bepaalde
markt of product, duurt de groei vaak al erg lang en is de markt
rijp voor een gezonde correctie.
De
25-jaars cyclus in goud eindigt pas tussen 6 jaar voor en na 2025.
Dus dat is op zijn vroegst pas 2019, nog lekker ver weg. Maar in
de tussentijd hebben we daar wel te maken met een subcyclus daarvan,
een 8 ½- jaars cyclus, die uit twee fasen van 4 ¼
jaar bestaat, of drie fasen van 34 weken en/of beide. Daar kunnen
we op forse tussentijdse correcties getrakteerd worden, waar we
rekening mee willen houden. Sinds het dal in 2000 zagen we het eerste
34-maands dieptepunt in mei 2004 (op 372), precies op de dag dat
de planeet Venus van ons af gezien retrograde draaide. (Verderop
meer daarover.) Maar er lijkt ook een 4 ¼-jaars cyclus in
het spel te zijn, want de daling vanaf de top in mei 2006, de laatste
ferme daling, die had alle karakteristieken van een 4-jaars cyclus.
En hoe langer de cyclus die afloopt, (richting de ebfase) hoe groter
de daling. Van boven de 700 naar halverwege de 500, was deze neergang
de steilste in 4 jaar tijd, meer dan 20% bedragend. Want van april
2001, met een koers van 255, was goud naar een top in mei 2006 van
732 gestegen. De correctie kwam na ruim 5 jaar, dus binnen de bandbreedte
van een 4 ¼-jaars cyclus, en bedroeg op een haar na 38% van
de totale stijging.
Tweede
component: planeetbewegingen
De tweede component van de methode is zeer onconventioneel, maakt
de methode nauwkeuriger én uniek in zijn soort. De grondlegger
van de market-timingmethode, Raymond Merriman, heeft minutieus onderzoekswerk
verricht, door in diverse markten de meest significante toppen en
dalen te vergelijken met de planeetstanden rond die tijd. Wat bleek?
De lange termijnmarktcycli (de hoogste toppen en dalen in eeuwen)
komen overeen met lange termijn planetaire cycli. Zeldzame gebeurtenissen
aan de hemel komen min of meer gelijktijdig met zeldzame gebeurtenissen
op aarde (beurzen in dit geval). Uiteindelijk heeft dit onderzoek
opgeleverd dat we weten welke planeetstanden vaker met stijgende
markten samenvallen dan met dalende, en binnen welk tijdsbestek
een cyclus - mits deze daar rijp voor is - de grootste kans maakt
om een top dan wel een dal te bereiken.
Venus die dichter bij de Zon staat dan de Aarde lijkt vanuit ons
gezichtspunt eens per anderhalf jaar van richting te veranderen
om vervolgens een week of zes schijnbaar achteruit te lopen. Veel
markten vertonen de neiging om nagenoeg precies die dag of hoogstens
met een handelsdag verschil een belangrijke draai in te zetten.
Dit jaar gaat Venus vanaf 27 juli weer draaien en wandelt tot 8
september retrograde. Op basis van historisch onderzoek naar dit
fenomeen, zullen veel markten een trendverandering inzetten die
minstens deze periode voortduurt.
Goud
en zilver in het grote plaatje
Ik heb het eerder al gezegd: goud heeft op tussentijdse correcties
na, nog een flink aantal jaren van minstens gestage groei voor
de boeg. Bij zilver is dat een ander verhaal, want zilver verkeert
nu in de laatste 4-jaars fase binnen de daar waargenomen 18-jaars
cyclus, die juni 2006 begon toen op 9,45 het dal werd bereikt.
In de laatste fasen vertonen cycli de meeste bearish eigenschappen,
maar dat neemt niet weg dat de markt eerst nog kan “hypen”
voordat de daling inzet – dat wordt dus in dat geval een
steile. |
|
Dus ja, zilver kan nog exploderen, maar cyclusanalyse zegt dat er
daar een correctie plaatsvindt van minstens 38% van de totale groei
sinds 1991-93 (zilver was toen nog $3,50) – gelukkig pas binnen
9 maanden van oktober 2010. Volop profiteren van de komende groei
is zeker niet verkeerd, maar ik zou willen zeggen: ‘Wees gedisciplineerd
en hanteer uw stops / conditionele orders voor het beste resultaat’.
Samenvattend: het perspectief voor de komende jaren ziet er voor
goud beter uit dan voor zilver, dat over een paar jaar een forse
klap kan moeten incasseren.
Goud
en zilver in 2007
Alle (in het Forecast book for 2007 uitgebreid toegelichte) analyses
resumerend, kan goud in 2007 best nog onder de dalen van 2006 komen.
Zilver heeft in 2006 met 9,45 een krachtigere steun gelegd, waar
de koersen dit jaar waarschijnlijk wel boven zullen blijven. Voor
beide markten geldt dat ze van maart tot en met juli 2007 kunnen
dippen: om daarna de eerdere hoogtepunten weer op te zoeken en daar
misschien zelfs nog ver boven te komen. Er valt zoveel over te vertellen
dat ik het allemaal niet in een inleidend artikel kwijt kan. De
tussenliggende golven die de edelmetaalkoersen op kortere termijn
maken wil ik graag in een volgend artikel nader toelichten.
Irma
Schogt
Irma Schogt: Voorheen jarenlang vreemdevalutahandelaar bij ABNAMRO,
Nederlandse distributeur van Merriman’s market-timingmethode.
Merriman ontwikkelde een market-timingmethode op basis van historische
grafieken, geokosmische invloeden en technische analyse.
De auteur bezit op het moment van schrijven posities in de genoemde
commodities. De handel in financiële instrumenten is altijd
voor eigen risico. De koper dient te allen tijde zelf onderzoek
te doen naar risico’s. De auteur kan op geen enkele wijze
aansprakelijk worden gesteld voor eventuele geleden verliezen aan
de hand van bovenstaande column.
|